ECLI:NL:CRVB:2019:2909
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag maatwerkvoorziening voor afscherming tegen elektromagnetische velden
In deze zaak heeft appellante, geboren in 1969, op 15 juni 2016 een aanvraag ingediend bij het college van burgemeester en wethouders van Utrecht voor een maatwerkvoorziening op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015). De aanvraag betrof speciale gordijnen, verf voor het plafond van de slaapkamer en een aardpin om haar woning af te schermen tegen elektromagnetische velden (EMV) van een nabijgelegen zendmast. Het college heeft de aanvraag op 3 oktober 2016 afgewezen, na advies van Argonaut Advies B.V. dat concludeerde dat er geen medische noodzaak was voor de gevraagde voorzieningen. Appellante heeft bezwaar gemaakt, maar het college handhaafde zijn besluit na aanvullend advies van Argonaut.
De rechtbank Midden-Nederland heeft op 4 april 2018 het beroep van appellante tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard. De rechtbank oordeelde dat de beperkingen die appellante ervaart niet medisch geobjectiveerd zijn en dat de adviezen van Argonaut zorgvuldig tot stand zijn gekomen. Appellante heeft in hoger beroep aangevoerd dat haar aanvraag ten onrechte is afgewezen en dat zij haar beperkingen voldoende heeft onderbouwd met verklaringen van artsen. De Centrale Raad van Beroep heeft op 4 september 2019 het hoger beroep van appellante verworpen en de uitspraak van de rechtbank bevestigd. De Raad concludeerde dat appellante geen medische informatie heeft overgelegd die de eerdere adviezen van Argonaut tegenspreekt en dat er geen objectieve basis is voor de gevraagde voorzieningen.