Uitspraak
17.7045 WSF, 17/7046 WSF
OVERWEGINGEN
23 september 2016, 28 oktober 2016, 7 december 2016 en 24 december 2016.
niet-ontvankelijk is verklaard, ongegrond verklaard. De rechtbank is van oordeel dat de minister de te late indiening van het bezwaar tegen die besluiten terecht niet verschoonbaar heeft geacht. De rechtbank heeft verder het beroep tegen het bestreden besluit, voor zover daarbij de besluiten van 7 december 2016 en 24 december 2016 zijn gehandhaafd, gegrond verklaard, het bestreden besluit in zoverre vernietigd, de besluiten van 7 december 2016 en
24 december 2016 herroepen en bepaald dat haar uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde deel van het bestreden besluit. Naar het oordeel van de rechtbank is over de maanden november 2016 en december 2016 ten onrechte een OV-schuld vastgesteld. Daartoe is het volgende overwogen. Betrokkene heeft verklaard dat zijn OV-chipkaart, waarop het reisproduct was geladen, in augustus of september 2016 defect is geraakt en dat hij via de HTM een nieuwe kaart kreeg waarmee hij geprobeerd heeft het reisproduct stop te zetten. Toen bleek dat het reisproduct niet op de nieuwe kaart stond, ging hij ervan uit dat het reisproduct was beëindigd en dat hij dus geen verdere actie hoefde te ondernemen. De rechtbank ziet geen reden om aan de verklaring van betrokkene te twijfelen. Nu betrokkene het reisproduct niet van de oude OV-chipkaart kon verwijderen omdat die kaart defect was en hij het evenmin van de nieuwe OV-chipkaart kaart kon verwijderen omdat het reisproduct daar niet op stond, is sprake van een situatie waarin het niet tijdig beëindigen van het reisrecht aantoonbaar niet aan betrokkene kan worden toegerekend.
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak, voor zover aangevochten;
- verklaart het beroep tegen het bestreden besluit, voor zover daarbij de besluiten van