ECLI:NL:CRVB:2019:214

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
23 januari 2019
Publicatiedatum
23 januari 2019
Zaaknummer
17/419 ZW-R
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rectificatie van een eerdere uitspraak inzake griffierecht door de Centrale Raad van Beroep

Op 23 januari 2019 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 17/419 ZW-R. Deze uitspraak betreft een rectificatie van een eerdere uitspraak van de Raad van 4 oktober 2018. In de eerdere uitspraak was een onjuist bedrag aan te vergoeden griffierecht vermeld. De Raad heeft partijen, na hen te hebben gewezen op deze onjuistheid, de gelegenheid gegeven om schriftelijk te reageren op de voorgenomen rectificatie. Aangezien partijen niet binnen de gestelde termijn van twee weken hebben gereageerd, ging de Raad ervan uit dat er geen bezwaar was tegen de rectificatie.

In de rectificatie is bepaald dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) aan appellante het in beroep en in hoger beroep betaalde griffierecht van in totaal € 170,- en € 835,- vergoedt. De Raad heeft de eerdere beslissing aangepast en een gerectificeerd exemplaar van de oorspronkelijke uitspraak gehecht. De gerectificeerde uitspraak zal worden gepubliceerd op rechtspraak.nl. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit voorzitter J.P.M. Zeijen en de leden D. Hardonk-Prins en H.O. Kerkmeester, in tegenwoordigheid van griffier R.L. Rijnen. De beslissing is openbaar uitgesproken op dezelfde datum als de uitspraak.

Uitspraak

17/419 ZW-R
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
Uitspraak tot rectificatie van de uitspraak van de Raad van 4 oktober 2018, 17/419 ZW
Partijen:
[appellante] te [woonplaats 1] (appellante)
De Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)
[ex-werkneemster] te [woonplaats 2] (ex-werkneemster)
Datum uitspraak: 23 januari 2019
PROCESVERLOOP
De Raad heeft, na hier door mr. C.J.M. de Wit, de gemachtigde van appellante, op te zijn gewezen, vastgesteld dat in de beslissing van de uitspraak van 4 oktober 2018, 17/419 ZW een onjuist bedrag aan te vergoeden griffierecht staat vermeld.
De Raad heeft daarom aanleiding gezien partijen in de gelegenheid te stellen zich schriftelijk uit te laten over een rectificatie van de uitspraak. Dit is bij brief van 26 november 2018 aan partijen meegedeeld.
Partijen hebben niet gereageerd binnen de in de brief van 26 november 2018 gestelde termijn van twee weken, in verband waarmee de Raad, naar in die brief is vermeld, ervan uitgaat dat er geen bezwaar bestaat tegen de voorgenomen rectificatie.

OVERWEGINGEN

De Raad wijzigt de beslissing in de uitspraak van 4 oktober 2018,
17/419 ZW, als volgt.
In de beslissing staat vermeld:
- bepaalt dat het Uwv aan appellante het in beroep en in hoger beroep betaalde griffierecht van in totaal € 170,- vergoedt.
De bepaling dient te luiden:
- bepaalt dat het Uwv aan appellante het in beroep en in hoger beroep betaalde griffierecht van in totaal € 835,- vergoedt.
Aan deze uitspraak tot rectificatie is een gerectificeerd exemplaar van de oorspronkelijke uitspraak gehecht. De gerectificeerde uitspraak zal worden gepubliceerd op rechtspraak.nl.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep rectificeert zijn uitspraak van 4 oktober 2018 als in de overwegingen is weergegeven.
Deze uitspraak is gedaan door J.P.M. Zeijen als voorzitter en
D. Hardonk-Prins en H.O. Kerkmeester als leden, in tegenwoordigheid van R.L. Rijnen als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 23 januari 2019.
(getekend) J.P.M. Zeijen
(getekend) R.L. Rijnen
md