Uitspraak
18.3565 WIA
OVERWEGINGEN
30 januari 2017 en vastgesteld op € 159,41. Appellante heeft hiertegen bezwaar gemaakt omdat zij van mening is dat het gewijzigde dagloon dient in te gaan per 1 juni 2015. Het Uwv heeft het bezwaar van appellante tegen het besluit van 10 mei 2017 bij besluit van 8 november 2017 (bestreden besluit) ongegrond verklaard, omdat geen sprake is van nieuwe feiten of veranderde omstandigheden om het dagloon voor het verleden te herzien.
16 mei 2018, ECLI:NL:CRVB:2018:1465, overwogen dat deze verwijzing niet leidt tot een ander oordeel. Uit de stukken is niet gebleken, anders dan in voornoemde uitspraak het geval was, dat appellante van meet af aan bij het Uwv kenbaar heeft gemaakt dat zij het vermoeden had dat haar dagloon te laag was vastgesteld en bij haar een gerechtvaardigde vertrouwen zou zijn gewekt dat haar herzieningsverzoek met terugwerkende kracht zou worden gehonoreerd als het dagloon onjuist zou zijn vastgesteld. Tot slot kan het door appellante gestelde financieel nadeel op zichzelf evenmin leiden tot het oordeel dat het bestreden besluit evident onredelijk is.