Uitspraak
17.4603 WIA
OVERWEGINGEN
re-integratie-inspanningen niet in arbeid had hervat. Het Uwv heeft dan ook terecht aangenomen dat in dit geval geen sprake is van een bevredigend resultaat als bedoeld in de toepasselijke Beleidsregels. Dit brengt mee dat het Uwv kon toekomen aan een beoordeling van de re-integratie-inspanningen van appellante.
DC VerzuimDiagnostiek heeft ingeroepen. Het Uwv heeft in het feit dat een betrouwbare beoordeling moeilijk was, terecht geen deugdelijke grond voor de afwachtende opstelling van de bedrijfsarts gezien. Van de bedrijfsarts had juist gezien de complexe problematiek en de daaruit voortvloeiende onduidelijkheid mogen worden verwacht dat hij nader onderzoek had laten verrichten, temeer nu een traject ‘waarbij conditieverbetering/reactiveren bovenaan staat om uit deze vicieuze cirkel te komen’ ook al op 27 februari 2015 door de huisarts was geadviseerd en die informatie bij de bedrijfsarts bekend was. Het Uwv heeft appellante terecht verweten dat niet adequaat is gehandeld. Met de rechtbank wordt geoordeeld dat het Uwv terecht heeft geconcludeerd dat appellante tekort is geschoten ten aanzien van haar re‑integratieverplichtingen en terecht heeft beslist dat appellante het ziekengeld van werkneemster nog een jaar moest doorbetalen tot 27 april 2017.
BESLISSING
T. Dompeling als leden, in tegenwoordigheid van J.C. Borman als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 26 juni 2019.