Uitspraak
19.25 AW
20 november 2018, 17/1963 (aangevallen uitspraak)
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 juni 2019 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de korpschef van politie. Appellant, die werkzaam was in de functie van Senior [naam functie 1], had hoger beroep ingesteld tegen een besluit van de korpschef waarin zijn verzoek om plaatsing in de door hem geambieerde functie van [naam functie 3], gewaardeerd op schaal 6, was afgewezen. De korpschef stelde dat appellant niet voldeed aan de criteria die in de Notitie Tijdelijke Tewerkstelling in fase 2 waren vastgesteld, omdat hij niet had aangetoond dat hij gedurende drie jaren voorafgaand aan de peildatum van 1 juli 2016 de functie van [naam functie 3] ononderbroken en in volle omvang had verricht. De rechtbank Noord-Nederland had het beroep van appellant tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard, wat appellant in hoger beroep aanvecht.
De Raad heeft de argumenten van appellant beoordeeld en geconcludeerd dat hij niet voldoet aan de voorwaarden die in de Notitie zijn gesteld. De Raad heeft de overwegingen van de rechtbank overgenomen en benadrukt dat de werkzaamheden die appellant heeft verricht, niet afwijken van zijn LFNP-functie en korpsfunctie. De Raad heeft vastgesteld dat de korpschef terecht heeft geweigerd om appellant te plaatsen in de door hem geambieerde functie, omdat er geen sprake was van opgedragen werkzaamheden die afwijken van de toegekende LFNP functie en de oude korpsfunctie. De uitspraak van de rechtbank is bevestigd, en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.