ECLI:NL:CRVB:2019:189
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Uitsluiting van bijstand wegens registratie als voortvluchtige
In deze zaak gaat het om de uitsluiting van bijstand voor de appellant, die als voortvluchtige is geregistreerd. De Centrale Raad van Beroep heeft op 8 januari 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de eerdere uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 18 juli 2017. De rechtbank had het beroep van de appellant ongegrond verklaard, waarbij het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht de bijstandsverlening had ingetrokken met ingang van 17 mei 2016. Dit besluit was gebaseerd op het feit dat de appellant niet had gereageerd op een oproep om zich te melden bij de Penitentiaire Inrichting Nieuwegein. De appellant had weliswaar aangevoerd dat hij telefonisch contact had gezocht met het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) om een nieuwe datum te vragen, maar deze stelling was niet onderbouwd. De Raad oordeelde dat de appellant geen gevolg had gegeven aan de oproep en dat hij daarom terecht als voortvluchtig was geregistreerd. De Raad bevestigde de aangevallen uitspraak en wees het verzoek om schadevergoeding af, omdat er geen aanleiding was voor een veroordeling tot vergoeding van schade of proceskosten. De uitspraak is openbaar gedaan en is gebaseerd op de overwegingen die in de uitspraak zijn weergegeven.