ECLI:NL:CRVB:2019:1805
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag gehandicaptenparkeerkaart voor passagier op basis van medische adviezen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 29 mei 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de afwijzing van een aanvraag voor een gehandicaptenparkeerkaart voor een passagier. Appellante, die lijdt aan chronische knie- en heupklachten en duizeligheidsklachten, had op 22 oktober 2014 een aanvraag ingediend bij het college van burgemeester en wethouders van Valkenburg aan de Geul. De aanvraag werd afgewezen op basis van adviezen van medisch adviseurs, die concludeerden dat appellante niet voldeed aan de criteria voor de parkeerkaart. De Raad heeft vastgesteld dat appellante een loopafstand van 20 tot 30 meter kan overbruggen, maar niet continu afhankelijk is van de bestuurder voor vervoer van deur tot deur.
De Raad heeft de medische adviezen van de MO-zaak en de arts van Argonaut in overweging genomen en geconcludeerd dat er geen aanknopingspunten zijn om deze adviezen als onzorgvuldig of onvolledig te beschouwen. De rechtbank Limburg had eerder het beroep van appellante tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard, en de Centrale Raad van Beroep heeft deze uitspraak bevestigd. De Raad heeft benadrukt dat de hartklachten van appellante, die na de aanvraag zijn ontstaan, niet in de beoordeling kunnen worden betrokken. De conclusie is dat appellante niet in aanmerking komt voor de gehandicaptenparkeerkaart, omdat zij niet voldoet aan de voorwaarden van de Regeling gehandicaptenparkeerkaart.