Uitspraak
17 6937 PW
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling tot schadevergoeding af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland, die haar beroep tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Utrecht ongegrond had verklaard. Het college had de aanvraag van appellante om bijzondere bijstand in verband met teruggevorderde zorg- en huurtoeslagen afgewezen, omdat zij volgens het college niet voldeed aan de voorwaarden voor toekenning van deze bijstand. De Raad voor de Rechtspraak heeft op 28 mei 2019 uitspraak gedaan in deze zaak.
De feiten van de zaak zijn als volgt: appellante ontving in 2014 bijstand in de vorm van een renteloze lening en had in 2015 inkomsten uit loondienst en een uitkering op grond van de Werkloosheidswet. Het college heeft de lening omgezet in belaste bijstand om niet, maar appellante kreeg te maken met terugvorderingen van de Belastingdienst voor zorg- en huurtoeslag. Appellante diende een aanvraag in voor bijzondere bijstand om deze terugvorderingen te kunnen voldoen, maar het college wees deze aanvraag af, met uitzondering van een klein bedrag voor de zorgtoeslag.
In hoger beroep voerde appellante aan dat het college haar had toegezegd dat zij bijzondere bijstand zou ontvangen, maar de Raad oordeelde dat er geen rechtens afdwingbare toezegging was gedaan. De Raad benadrukte dat enkel het openstellen van de mogelijkheid om een aanvraag in te dienen niet kan worden gezien als een toezegging. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en wees het verzoek om schadevergoeding af, evenals de veroordeling in de proceskosten.