ECLI:NL:CRVB:2019:1746
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake WIA-uitkering en schadevergoeding wegens overschrijding redelijke termijn
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 23 mei 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Gelderland. De zaak betreft een geschil over de WIA-uitkering van betrokkene, die als hoofd binnendienst werkzaam was en op 10 september 2008 uitviel wegens oogklachten. Na een aantal medische beoordelingen en rapporten, waaronder van de oogarts mr. dr. A.P.A. Beers, heeft het Uwv de WIA-uitkering van betrokkene beëindigd. Betrokkene heeft hiertegen bezwaar gemaakt, wat leidde tot een rechtszaak. De rechtbank heeft het beroep van betrokkene gegrond verklaard en het Uwv opgedragen een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen, waarbij ook de Staat is veroordeeld tot schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn. In hoger beroep heeft het Uwv betoogd dat de rechtbank ten onrechte de deskundige Beers heeft gevolgd. De Raad heeft echter geoordeeld dat de rechtbank terecht de bevindingen van Beers heeft overgenomen, en dat het Uwv niet van betrokkene had mogen verwachten dat zij tot afplakken van één oog overgaat. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het verzoek om schadevergoeding af, maar veroordeelt het Uwv in de proceskosten van betrokkene en de werkgever.