ECLI:NL:CRVB:2019:1734
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toetsing verbetering belastbaarheid in het tweede ziektejaar en beëindiging van de ZW-uitkering
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 mei 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Limburg. Appellante, die als telefoniste/receptioniste werkte, had zich op 25 februari 2014 ziek gemeld en ontving ziekengeld op basis van de Ziektewet (ZW). Het Uwv beëindigde haar ziekengeld per 14 februari 2016, omdat zij in staat werd geacht om meer dan 65% van haar maatmaninkomen te verdienen. Appellante was het hier niet mee eens en stelde dat haar lichamelijke en psychische beperkingen door het Uwv waren onderschat. In hoger beroep heeft zij rapporten ingediend ter ondersteuning van haar standpunt, maar het Uwv handhaafde zijn standpunt dat appellante geschikt was voor de geselecteerde functies.
De Raad heeft de medische onderbouwing van het Uwv beoordeeld en vastgesteld dat de FML (Functionele Mogelijkhedenlijst) van 21 juni 2018 correct was. De Raad concludeerde dat appellante met ingang van 14 januari 2016 geen recht meer had op ziekengeld en dat zij de wachttijd voor de WIA niet had vervuld. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het Uwv in de proceskosten van appellante moest worden veroordeeld. De totale proceskostenvergoeding werd vastgesteld op € 3.955,85, inclusief griffierechten. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 22 mei 2019.