ECLI:NL:CRVB:2019:1618
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag Wajong-uitkering na herhaalde gronden in hoger beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 15 mei 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Noord-Nederland. Appellante, geboren met een open rug, had een aanvraag voor een Wajong-uitkering ingediend, die door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) was afgewezen. De rechtbank had deze afwijzing in een eerdere uitspraak bevestigd. Appellante voerde in hoger beroep aan dat zij geen arbeidsvermogen heeft, maar de Raad oordeelde dat de gronden die zij aanvoerde in essentie een herhaling waren van de eerder ingediende gronden. De Raad onderschreef het oordeel van de rechtbank dat de medische onderzoeken door het Uwv zorgvuldig waren uitgevoerd en dat appellante, ondanks haar beperkingen, in staat was om een taak uit te voeren in een arbeidsorganisatie. De Raad concludeerde dat er geen nieuwe medische informatie was overgelegd die de eerdere conclusies zou kunnen weerleggen. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.