ECLI:NL:CRVB:2019:1556
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G.M.G. Hink
- Y.J. Klik
- P.J. Huisman
- Rechtspraak.nl
Intrekking van bijstand wegens niet gemelde geldtransacties en schending van de inlichtingenverplichting
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 30 april 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De appellant, die sinds 14 juli 2010 bijstand ontving op grond van de Participatiewet, werd geconfronteerd met een onderzoek naar de rechtmatigheid van zijn bijstandsverlening na signalen van de Financial Intelligence Unit Nederland over ongebruikelijke geldtransacties. Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag had de bijstandsverlening geblokkeerd en later ingetrokken, omdat de appellant geen volledige openheid had gegeven over zijn financiële situatie en niet had gemeld dat hij in de periode van 26 januari 2011 tot en met 16 maart 2013 in totaal 21 money transfers had verricht naar Nigeria, ter waarde van € 18.975,-. De Raad oordeelde dat de appellant zijn inlichtingenverplichting had geschonden, omdat hij niet had gemeld dat hij op zijn bankrekening een bedrag van € 36.550,- had ontvangen en dat hij niet alle gevraagde bankafschriften had overgelegd. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank, waarin het beroep van de appellant ongegrond was verklaard. De Raad benadrukte dat de bewijslast voor het aantonen van recht op bijstand bij de appellant ligt, en dat hij niet had aangetoond dat hij recht had op bijstand in de relevante periode. De Raad concludeerde dat de intrekking van de bijstand terecht was en dat er geen dringende redenen waren om van terugvordering af te zien.