ECLI:NL:CRVB:2019:1404
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A.B.J. van der Ham
- M. Hillen
- Th.C. van Sloten
- Rechtspraak.nl
Intrekking van bijstandsrecht na niet ingeleverde gegevens en opschortingstermijn
In deze zaak gaat het om de intrekking van de bijstandsverlening aan appellante door het college van burgemeester en wethouders van Helmond. Appellante ontving vanaf 23 maart 2014 bijstand op basis van de Participatiewet (PW). Het college heeft de bijstandsverlening opgeschort omdat appellante niet de gevraagde gegevens over haar buitenlandse bankrekening en onroerend goed in Frankrijk heeft ingeleverd. Na meerdere verzoeken om informatie en een herhaalde opschorting, heeft het college op 14 december 2015 de bijstand beëindigd en terugvorderingen ingesteld. Appellante heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar de rechtbank Oost-Brabant heeft het beroep ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft de Centrale Raad van Beroep de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat het college terecht de bijstand heeft ingetrokken. De Raad oordeelt dat de opschortingstermijn van maximaal acht weken niet was overschreden en dat appellante niet tijdig de gevraagde gegevens heeft ingeleverd. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het hoger beroep van appellante af.