Uitspraak
13 december 2016, 16/4595 (aangevallen uitspraak)
OVERWEGINGEN
19 oktober 2015.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om de stopzetting van de behandeling van een aanvraag op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong 2015) door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Appellant, geboren in 1972, diende op 26 augustus 2015 een aanvraag in, maar het Uwv stopte de behandeling op 19 oktober 2015, omdat er geen verifieerbare medische gegevens beschikbaar waren van het moment waarop appellant zeventien of achttien jaar oud was. De rechtbank Den Haag verklaarde het beroep van appellant tegen dit besluit ongegrond, en appellant ging in hoger beroep.
De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het medisch onderzoek door het Uwv zorgvuldig is uitgevoerd. De verzekeringsartsen hebben overtuigend uiteengezet dat er geen conclusies kunnen worden getrokken over de belastbaarheid van appellant op zijn zeventiende en achttiende jaar, vanwege het ontbreken van medische informatie uit die periode. De rechtbank heeft de beroepsgronden van appellant afdoende besproken en geoordeeld dat deze niet slagen. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en stelt dat de bewijslast bij appellant ligt, aangezien het medisch beeld met het verstrijken van de tijd steeds moeilijker vast te stellen is.
De Raad concludeert dat het hoger beroep niet slaagt en bevestigt de aangevallen uitspraak. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.