ECLI:NL:CRVB:2019:1278
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om bijzondere bijstand voor cannabis en beoordeling van zeer dringende redenen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 4 april 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek om bijzondere bijstand voor de aanschaf van cannabis. Verzoeker, die kampt met psychische problemen en financiële moeilijkheden, had eerder bijzondere bijstand ontvangen, maar zijn aanvraag voor verdere verlenging werd door het college van burgemeester en wethouders van Purmerend afgewezen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen en het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard. De voorzieningenrechter oordeelde dat verzoeker niet aannemelijk had gemaakt dat er sprake was van zeer dringende redenen die een uitzondering op de regels van de Participatiewet rechtvaardigden. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de psychische problemen van verzoeker niet in geschil zijn, maar dat er geen acute noodsituatie was die alleen door middel van bijzondere bijstand voor cannabis kon worden verholpen. De rechtbank had niet onderkend dat het college op basis van een rapport van een arts had besloten, maar dat dit rapport niet zorgvuldig tot stand was gekomen. De voorzieningenrechter heeft de aangevallen uitspraak vernietigd, het beroep gegrond verklaard, maar de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand gelaten. Tevens is het verzoek om schadevergoeding afgewezen en zijn de proceskosten van verzoeker vergoed.