ECLI:NL:CRVB:2019:1215
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit staatssecretaris van Defensie inzake invaliditeitspensioen en PTSS
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 4 april 2019 uitspraak gedaan in het beroep van een appellante tegen een besluit van de staatssecretaris van Defensie. De appellante had bezwaar gemaakt tegen de vaststelling van haar invaliditeit in verband met posttraumatische stressstoornis (PTSS) en de toekenning van een militair invaliditeitspensioen. De Raad oordeelde dat de staatssecretaris het bezwaar van appellante gedeeltelijk gegrond had verklaard, maar dat de mate van invaliditeit was vastgesteld op 7,92%, wat onder de drempel van 10% ligt voor toekenning van het pensioen. De Raad volgde appellante in haar standpunt over de score in subrubriek 3 (slapen), maar oordeelde dat dit motiveringsgebrek niet leidde tot benadeling van appellante, aangezien de gewenste score niet zou leiden tot een hogere mate van invaliditeit. De Raad verklaarde het beroep ongegrond en veroordeelde de staatssecretaris in de proceskosten van appellante, die in totaal € 1.980,68 bedroegen, inclusief griffierecht.