ECLI:NL:CRVB:2019:1194
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.S. van der Kolk
- E. Dijt
- R.B. Kleiss
- Rechtspraak.nl
Toezegging door Uwv over snipperdagen en gevolgen voor WAO-uitkering
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen een uitspraak van de rechtbank Gelderland. Appellant ontvangt sinds 2002 een WAO-uitkering en heeft daarnaast inkomsten uit arbeid. Het Uwv heeft appellant in 2015 geïnformeerd over de wijziging in de verrekening van zijn inkomsten met zijn uitkering. Appellant heeft bezwaar gemaakt tegen een besluit van het Uwv waarin werd gesteld dat hij te veel voorschot had ontvangen en dit moest terugbetalen. De rechtbank heeft het beroep van appellant ongegrond verklaard, omdat er geen sprake zou zijn van een toezegging van het Uwv dat de uitbetaling van snipperdagen in december 2015 geen gevolgen zou hebben voor zijn uitkering.
In hoger beroep heeft appellant aangevoerd dat het Uwv wel degelijk een toezegging heeft gedaan tijdens een telefoongesprek op 16 december 2015, waarin werd gezegd dat de uitbetaling van snipperdagen geen invloed zou hebben op zijn uitkering. De Raad voor de Rechtspraak heeft echter geconcludeerd dat er in de gegevens van het telefoongesprek geen aanknopingspunten zijn voor het oordeel dat het Uwv een dergelijke toezegging heeft gedaan. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het hoger beroep van appellant niet slaagt. Er zijn geen gronden voor een veroordeling in de proceskosten.