ECLI:NL:CRVB:2019:1049
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om terug te komen van besluit inzake Ziektewetuitkering zonder nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden
Op 28 maart 2019 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak van appellant tegen de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Appellant, die in 2008 een bedrijfsongeval had gehad, had in 2011 een Ziektewetuitkering ontvangen na uitval door rugklachten. Het Uwv beëindigde deze uitkering per 1 januari 2012, omdat appellant geschikt werd geacht voor zijn maatgevende arbeid. Appellant verzocht in 2015 om terug te komen van dit besluit, maar het Uwv wees dit verzoek af, wat leidde tot een rechtszaak.
De rechtbank Overijssel verklaarde het beroep van appellant ongegrond, omdat het Uwv zorgvuldig had gehandeld en de medische rapporten voldoende inzicht boden. Appellant stelde in hoger beroep dat er nieuwe feiten waren, namelijk de diagnose van een whiplashsyndroom, maar de Raad oordeelde dat deze diagnose niet als nieuw feit kon worden aangemerkt, omdat deze al bekend was en niet leidde tot een andere beoordeling van de situatie. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in proceskosten.
De Centrale Raad van Beroep concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en bevestigde de eerdere uitspraak, waarbij werd vastgesteld dat er geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden waren die het verzoek van appellant konden onderbouwen.