ECLI:NL:CRVB:2018:898
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake bijzondere uitkering op basis van invaliditeitspercentage
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 maart 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De zaak betreft de berekening van een eenmalige bijzondere uitkering voor een gewezen militair, die een invaliditeitspensioen ontvangt wegens een psychische aandoening. De staatssecretaris van Defensie had de hoogte van de uitkering vastgesteld op basis van een invaliditeitspercentage van 18,33%, wat door de rechtbank werd betwist. De rechtbank had geoordeeld dat het percentage per 1 december 2012 op 35,4 had moeten worden vastgesteld, maar de Raad oordeelde dat de staatssecretaris de uitkering terecht had berekend op basis van het vastgestelde percentage van 18,33%. De Raad concludeerde dat er geen aanleiding was om de hardheidsclausule toe te passen, zoals door betrokkene was aangevoerd. De uitspraak van de rechtbank werd vernietigd en het beroep van betrokkene werd ongegrond verklaard.