ECLI:NL:CRVB:2018:883
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand voor reiskosten en belastingadviseur
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 maart 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Limburg. Appellant had op 31 maart 2014 bijzondere bijstand aangevraagd voor reiskosten naar zijn advocaat en een nota van een belastingadviseur. Het college van burgemeester en wethouders van Venlo heeft deze aanvraag afgewezen, omdat de kosten volgens hen behoren tot de algemene kosten van bestaan, die niet onder de Wet werk en bijstand (WWB) vallen. De rechtbank heeft het beroep van appellant tegen deze afwijzing ongegrond verklaard.
Appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat de beslissing van het college niet rechtsgeldig was, omdat de coach van het college niet bevoegd was om een besluit te nemen. De Raad heeft deze beroepsgrond verworpen, omdat de beslissing op de aanvraag op de juiste wijze is genomen. De Raad oordeelde dat de kosten van de reiskosten en de nota van de belastingadviseur incidentele algemene kosten zijn die in beginsel uit het inkomen op bijstandsniveau moeten worden voldaan. Appellant kon niet aantonen dat er bijzondere omstandigheden waren die een uitzondering op deze regel rechtvaardigden.
De Centrale Raad van Beroep heeft de aangevallen uitspraak bevestigd en geoordeeld dat er geen aanleiding is voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter en de griffier.