Uitspraak
17 5250 WWB
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 maart 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de afwijzing van bijstandsaanvragen van appellant door het college van burgemeester en wethouders van Helmond. Appellant ontving vanaf 4 augustus 1998 bijstand op grond van de Wet werk en bijstand (WWB), maar zijn bijstand werd beëindigd na een verblijf in het buitenland. Appellant diende meerdere aanvragen in voor bijstand, maar deze werden afgewezen omdat hij onvoldoende inlichtingen verstrekte over zijn financiële situatie en zijn verblijf in het buitenland. Het college stelde dat appellant niet met objectiveerbare gegevens had aangetoond hoe hij zijn levensonderhoud had bekostigd en dat hij niet was verschenen op uitnodigingen voor gesprekken. De rechtbank Oost-Brabant verklaarde het beroep van appellant tegen het bestreden besluit ongegrond. In hoger beroep heeft de Raad geoordeeld dat appellant niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij in bijstandbehoevende omstandigheden verkeerde en dat hij zijn inlichtingenverplichting heeft geschonden. De Raad bevestigde de aangevallen uitspraak en wees het verzoek om schadevergoeding af.