ECLI:NL:CRVB:2018:70
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A.B.J. van der Ham
- W.F. Claessens
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering van bijstand wegens niet gemelde inkomsten uit verhuur van parkeerplaatsen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland. De appellant ontving bijstand op basis van de Participatiewet (PW) en had in het verleden parkeerplaatsen verhuurd, maar had deze inkomsten niet gemeld aan het college van burgemeester en wethouders van Stichtse Vecht. De rechtbank had het beroep van de appellant tegen het besluit van het college ongegrond verklaard, waarbij de bijstand van de appellant over een bepaalde periode werd herzien en teruggevorderd. De Raad heeft vastgesteld dat de appellant redelijkerwijs over de huurinkomsten had kunnen beschikken en dat hij niet aannemelijk heeft gemaakt dat de kosten van de verhuur niet opwogen tegen de baten. De Raad oordeelde dat er in de periode tot 19 november 2012 sprake was van schending van de inlichtingenplicht door de appellant, maar dat het college vanaf die datum wel bevoegd was om de bijstand te herzien en terug te vorderen. De Raad bevestigde de aangevallen uitspraak van de rechtbank, met verbetering van gronden, en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.