ECLI:NL:CRVB:2018:665
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering van een individuele inkomenstoeslag aan een student met goed arbeidsperspectief
Op 6 maart 2018 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak van een student die een aanvraag om een individuele inkomenstoeslag had ingediend op grond van de Participatiewet (PW). De aanvraag werd afgewezen door het college van burgemeester en wethouders van Vlaardingen, omdat de student werd geacht uitzicht te hebben op inkomensverbetering. De rechtbank Rotterdam had het beroep van de student tegen deze afwijzing ongegrond verklaard, waarna de student in hoger beroep ging.
De Raad overwoog dat volgens artikel 36 van de PW een individuele inkomenstoeslag kan worden verleend aan personen die langdurig een laag inkomen hebben en geen uitzicht op inkomensverbetering. De student voerde aan dat zij door haar studie geen uitzicht had op een beter inkomen, maar de Raad oordeelde dat de beleidsregels van het college duidelijk maken dat studenten met een opleiding die recht geeft op studiefinanciering geacht worden uitzicht te hebben op inkomensverbetering.
De Raad concludeerde dat de afwijzing van de aanvraag in overeenstemming was met de beleidsregels en dat de student niet in aanmerking kwam voor de inkomenstoeslag. De enkele stelling van de student dat zij langdurig van een te laag inkomen moest rondkomen, werd niet als een bijzondere omstandigheid aangemerkt. Ook het beroep op het vertrouwensbeginsel, gebaseerd op een folder van de gemeente, werd verworpen, omdat er geen ondubbelzinnige toezeggingen waren gedaan.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het hoger beroep niet slaagde. Er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.