ECLI:NL:CRVB:2018:58
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak over de duurzaamheid van arbeidsongeschiktheid van werkneemster in het kader van WIA-uitkering
In deze tussenuitspraak van de Centrale Raad van Beroep op 10 januari 2018, met zaaknummer 15/3320 WIA-T, wordt de duurzaamheid van de arbeidsongeschiktheid van een werkneemster beoordeeld. De werkneemster, die sinds juni 2009 met psychische klachten uitgevallen is, heeft in 2011 een loongerelateerde WGA-uitkering ontvangen. Appellante, haar werkgever, heeft in 2013 verzocht om een herbeoordeling van haar arbeidsvermogen, met de stelling dat de werkneemster volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is en recht heeft op een IVA-uitkering. Het Uwv heeft dit verzoek afgewezen, wat leidde tot een rechtszaak.
De Raad heeft vastgesteld dat er geen aanknopingspunten zijn dat de belastbaarheid van de werkneemster kan toenemen, en dat de conclusie van het Uwv dat de volledige arbeidsongeschiktheid niet duurzaam was, onvoldoende gemotiveerd is. De Raad heeft het Uwv opgedragen om binnen acht weken het gebrek in het bestreden besluit te herstellen, met inachtneming van de overwegingen van de Raad. De uitspraak is gedaan in een meervoudige kamer, waarbij de Raad de medische rapportages en de verwachtingen omtrent de gezondheidstoestand van de werkneemster zorgvuldig heeft gewogen. De Raad concludeert dat de werkneemster in november 2013 volledig arbeidsongeschikt was, maar dat de duurzaamheid van deze situatie niet voldoende is onderbouwd door het Uwv.