Uitspraak
16.1146 WIA
OVERWEGINGEN
20 februari 2014 en 20 mei 2014, van GZ-psycholoog Essatibi (NOAGG) van 23 januari 2012, van GZ-psycholoog Visser (NOAGG) van 20 februari 2014 en van 11 augustus 2014 en van huisarts Raven van 18 april 2014 en 22 augustus 2014, blijkt niet dat het psychiatrisch toestandsbeeld ten opzichte van de voorgaande verzekeringsgeneeskundige beoordeling in mei 2012 veranderd is. De voorhanden zijnde medische informatie bevat geen aanwijzingen dat de belastbaarheid van appellant, zoals vastgesteld in de FML van 6 mei 2014, overschat is. Met de psychische klachten van appellant is rekening gehouden. Er zijn extra beperkingen opgenomen wegens de aandoening aan de knie. Met de longklachten van appellant is rekening gehouden, maar van toegenomen beperkingen blijkt niet uit de informatie van de behandelend sector.
27 februari 2015 en 15 juni 2015. Hierbij is met name afdoende rekening gehouden met de beperkte belastbaarheid van appellant ten aanzien van samenwerken en staan, zoals vastgesteld in de FML.
18 maart 2016 aanleiding gezien om actuelere versies te selecteren van de eerder aan de schatting ten grondslag gelegde functies. Dit heeft geen gevolgen voor de inhoud van en belasting in de functies, maar wel voor de bijbehorende uurlonen, waardoor de resterende verdiencapaciteit, die was vastgesteld op € 1.621,68 per maand, nu wordt vastgesteld op
€ 1.571,57 per maand. Het arbeidsongeschiktheidspercentage wordt hierdoor verhoogd van 63,11 naar 64,21. Dit heeft ook gevolgen voor de inkomenseis. Op grond van de vaste rechtspraak van de Raad in dit kader (uitspraken van 15 januari 2014, ECLI:NL:CRVB:2014:1 en van 29 oktober 2014, ECLI:NL:CRVB:2014:4471) heeft dit een wijziging van de rechtspositie van appellant tot gevolg en betekent dit dat sprake is van herroepen als bedoeld in artikel 7:15, tweede lid van de Algemene wet bestuursrecht. Hieruit volgt dat het Uwv ten onrechte het bezwaar van appellant ongegrond heeft verklaard en ten onrechte heeft geweigerd de kosten in bezwaar te vergoeden. De aangevallen uitspraak dient daarom te worden vernietigd.
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart het beroep gegrond en vernietigt het bestreden besluit voor zover het bezwaar ongegrond is verklaard en het verzoek om de ten behoeve van het bezwaar gemaakte kosten te vergoeden is afgewezen;
- herroept het besluit van 16 juli 2014 en bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van de beslissing op bezwaar van 13 maart 2015;
- veroordeelt het Uwv tot vergoeding in de door appellant in bezwaar, beroep en hoger beroep gemaakte kosten tot een bedrag van € 3.006,- ;
- bepaalt dat het Uwv de door appellant in beroep en hoger beroep betaalde griffierechten ten bedrage van € 169,- aan hem vergoedt.