ECLI:NL:CRVB:2018:4316

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
27 december 2018
Publicatiedatum
5 februari 2019
Zaaknummer
17/2745 PW-R
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rectificatie van proceskostenveroordeling in hoger beroep

Op 27 december 2018 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 17/2745 PW-R. Deze uitspraak betreft een rectificatie van een eerdere uitspraak van de Raad van 21 augustus 2018. De Raad heeft vastgesteld dat er een kennelijke fout was gemaakt in de proceskostenveroordeling. In de eerdere uitspraak was ten onrechte bepaald dat het college van burgemeester en wethouders van Den Haag aan de appellanten een bedrag van € 1.002,- zou vergoeden, terwijl dit bedrag in werkelijkheid € 2.004,- diende te zijn.

Naar aanleiding van een brief van de gemachtigde van de appellanten heeft de Raad besloten om partijen in de gelegenheid te stellen zich schriftelijk uit te laten over het voornemen om de uitspraak te verbeteren. De Raad heeft vervolgens de beslissing hersteld en het college veroordeeld tot betaling van de juiste proceskosten. De gerectificeerde uitspraak zal worden gepubliceerd op rechtspraak.nl, en de oorspronkelijke uitspraak zal daaruit worden verwijderd. Het ECLI-nummer van de gerectificeerde uitspraak blijft gelijk aan dat van de oorspronkelijke uitspraak.

De uitspraak is gedaan door W.F. Claessens, in tegenwoordigheid van J. Tuit als griffier. Deze rectificatie is van belang voor de appellanten, omdat het hen een aanzienlijk hoger bedrag aan proceskostenvergoeding oplevert.

Uitspraak

17/2745 PW-R
Datum uitspraak: 27 december 2018
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak tot rectificatie van de uitspraak van de Raad van 21 augustus 2018, 17/2745 PW
Partijen:
[appellant] (appellant) en [appellante] (appellante) te [woonplaats]
het college van burgemeester en wethouders van Den Haag (college)

PROCESVERLOOP

Naar aanleiding van een brief van 30 augustus 2018 van de gemachtigde van appellanten heeft de Raad vastgesteld dat zijn uitspraak van 21 augustus 2018 een kennelijke fout bevat voor zover het de proceskostenveroordeling betreft.
De Raad heeft daarin aanleiding gezien partijen in de gelegenheid te stellen zich schriftelijk uit te laten over het voornemen van de Raad om de uitspraak te verbeteren.

OVERWEGINGEN

1. De Raad heeft vastgesteld dat in de beslissing van de uitspraak ten onrechte is bepaald dat het college aan appellanten de door hem in beroep en hoger beroep betaalde proceskosten ten bedrage van € 1.002,- in plaats van ten bedrage van € 2.004,- vergoedt.
2. De Raad zal de onder 1 vermelde beslissing herstellen door de uitspraak van 7 september 2017 met het hiervoor vermelde bedrag te rectificeren. Zodoende bestaat aanleiding om het college te veroordelen in de proceskosten van appellanten in beroep en hoger beroep. Deze kosten worden begroot op € 2.004,-.
3. Aan deze uitspraak tot rectificatie is een gerectificeerd exemplaar van de oorspronkelijke uitspraak gehecht. De gerectificeerde uitspraak zal worden gepubliceerd op rechtspraak.nl en de oorspronkelijke uitspraak zal daaruit worden verwijderd. Het ECLI-nummer van de gerectificeerde uitspraak zal gelijk zijn aan dat van de oorspronkelijke uitspraak.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep rectificeert zijn uitspraak van 21 augustus 2018 als in de overwegingen is weergegeven.
Deze uitspraak is gedaan door W.F. Claessens, in tegenwoordigheid van J. Tuit als griffier.
(getekend) W.F. Claessens
(getekend) J. Tuit
md