ECLI:NL:CRVB:2018:4303

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
19 december 2018
Publicatiedatum
10 januari 2019
Zaaknummer
17/1570 WIA
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Limburg inzake arbeidsongeschiktheid en WIA-uitkering

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 19 december 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Limburg van 10 februari 2017. De appellant, die niet ter zitting is verschenen, heeft in hoger beroep gesteld dat hij recht heeft op een WIA-uitkering. Tijdens de zitting heeft het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) erkend dat de appellant per de beoordelingsdatum 40,62% arbeidsongeschikt is. Dit is vastgesteld door een arbeidsdeskundige en blijkt uit een rapport van 14 december 2015. Het Uwv heeft ter zitting aangegeven dat het bestreden besluit niet in stand kan blijven, wat heeft geleid tot de beslissing van de Centrale Raad van Beroep om het hoger beroep gegrond te verklaren.

De Raad heeft het Uwv opgedragen om binnen zes weken na verzending van de uitspraak een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen, waarbij rekening moet worden gehouden met de bevindingen van de arbeidsdeskundige. Tevens is het Uwv veroordeeld in de proceskosten van de appellant tot een bedrag van € 1.503,- en moet het griffierecht van € 170,- vergoeden. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken en is gebaseerd op de overwegingen die tijdens de zitting zijn besproken.

Uitspraak

17.1570 WIA

Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Limburg van 10 februari 2017, 16/1323 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellant] te [woonplaats ] (appellant)
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)
Datum uitspraak: 19 december 2018
Zitting hebben: B.M. van Dun, B.J. van de Griend, E.C.R. Schut
Griffier: W.M. Swinkels
Appellant is niet verschenen. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door
mr. M.J.H.H. Fuchs.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep
  • vernietigt de aangevallen uitspraak;
  • verklaart het beroep gegrond en vernietigt het besluit van 19 april 2016;
  • draagt het Uwv op binnen zes weken na verzending van deze uitspraak een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen met inachtneming van deze uitspraak;
  • bepaalt dat tegen de door het Uwv te nemen nieuwe beslissing op bezwaar slechts bij de Raad beroep kan worden ingesteld;
- veroordeelt het Uwv in de kosten van appellant tot een bedrag van € 1.503,-;
- bepaalt dat het Uwv het door appellant in beroep en hoger beroep betaalde griffierecht van
€ 170,- vergoedt.
Deze beslissing is uitgesproken in het openbaar. Zij is gebaseerd op de volgende overwegingen.
Het Uwv heeft ter zitting erkend dat de arbeidsdeskundige, zoals ook blijkt uit het rapport van 14 december 2015, heeft vastgesteld dat appellant per de beoordelingsdatum 40,62% arbeidsongeschikt is en in aanmerking komt voor een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen en dat de arbeidsdeskundige appellant per e-mail heeft geïnformeerd over deze bevindingen. Daaraan heeft het Uwv ter zitting het gevolg verbonden dat het bestreden besluit niet in stand kan blijven.
Om deze reden slaagt het hoger beroep en wordt beslist als weergegeven.
Waarvan proces-verbaal.
De griffier De voorzitter,
W.M. Swinkels B.M. van Dun
md