ECLI:NL:CRVB:2018:4252

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
27 december 2018
Publicatiedatum
2 januari 2019
Zaaknummer
16/3898 WIA-R
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rectificatie van een eerdere uitspraak inzake WIA-vergoeding en proceskosten

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 december 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep met zaaknummer 16/3898 WIA-R. De uitspraak betreft een rectificatie van een eerdere uitspraak van 3 oktober 2018, waarin een kennelijke fout is vastgesteld. De fout betreft de vergoeding van reiskosten en kosten voor medische informatie die ten onrechte niet waren opgenomen in de eerdere uitspraak. De appellante had recht op een vergoeding van € 35,20 voor reiskosten en € 138,75 voor medische informatie.

De Raad heeft partijen in de gelegenheid gesteld om schriftelijk te reageren op de voorgestelde rectificatie. Aangezien er geen reacties zijn ontvangen, heeft de Raad besloten de uitspraak te rectificeren. De proceskosten van appellante zijn begroot op € 2.428,45, inclusief kosten voor rechtsbijstand en reiskosten. Daarnaast is bepaald dat het Uwv het betaalde griffierecht aan appellante vergoedt.

De rectificatie is gepubliceerd op rechtspraak.nl en de uitspraak bevestigt de eerdere uitspraak, met de aanpassing van de proceskosten en de vergoeding van het griffierecht. De beslissing is openbaar uitgesproken door rechter R.E. Bakker, in aanwezigheid van griffier R.L. Rijnen.

Uitspraak

16/3898 WIA-R
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak tot rectificatie van de uitspraak van de Raad van 3 oktober 2018, 16/3898 WIA
Partijen:
[appellante] te [woonplaats] (appellante)
De Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)
Datum uitspraak:27 december 2018
PROCESVERLOOP
De Raad heeft, na hier door mr. T.M.J. Oosterhuis-Putter, advocaat te Enschede, op te zijn gewezen, vastgesteld dat de uitspraak van 3 oktober 2018, 16/3898 WIA, een kennelijke fout bevat. Het betreft de voor vergoeding in aanmerking komende reiskosten (op basis van openbaar vervoer 2e klas) van appellante van € 35,20 en de kosten van door appellante opgevraagde medische informatie van € 138,75. Deze kosten zijn ten onrechte niet in de uitspraak van 3 oktober 2018 opgenomen.
De Raad heeft daarom aanleiding gezien partijen in de gelegenheid te stellen zich schriftelijk uit te laten over een rectificatie van de uitspraak. Dit is bij brief van 31 oktober 2018 aan partijen meegedeeld.
Partijen is in de brief van 31 oktober 2018 meegedeeld dat zij binnen vier weken kunnen reageren op deze brief, tevens is daarbij nog vermeld dat in het geval er binnen die termijn geen reactie wordt ontvangen de Raad er dan van uit gaat dat er geen bezwaar bestaat tegen verbetering van de uitspraak.
Van partijen is binnen de gestelde termijn geen reactie bij de Raad ontvangen.

OVERWEGINGEN

De Raad wijzigt de uitspraak van 3 oktober 2018, 16/3898 WIA als volgt.
Overweging 5 van de uitspraak gaat nu luiden:
5. In de toepassing van artikel 6:22 van de Awb wordt aanleiding gezien het Uwv te veroordelen in de proceskosten van appellante. Deze kosten worden begroot op € 1.002,- voor verleende rechtsbijstand in beroep en € 1.252,50 voor verleende rechtsbijstand in hoger beroep en € 35,20 als vergoeding van de gemaakte reiskosten en € 138,75 voor kosten van door appellante opgevraagde medische informatie, in totaal € 2.428,45. Tevens bestaat er aanleiding te bepalen dat het Uwv het in beroep en hoger beroep betaalde griffierecht aan appellante vergoedt.
De beslissing van de uitspraak wordt dan:
  • bevestigt de aangevallen uitspraak;
  • veroordeelt het Uwv in de proceskosten van appellante tot een bedrag van € 2.428,45;
  • bepaalt dat het Uwv aan appellante het in beroep en in hoger beroep betaalde griffierecht van in totaal € 169,- vergoedt.
Aan deze uitspraak tot rectificatie is een gerectificeerd exemplaar van de oorspronkelijke uitspraak gehecht. De gerectificeerde uitspraak zal worden gepubliceerd op rechtspraak.nl.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep rectificeert zijn uitspraak van 3 oktober 2018 als in de overwegingen is weergegeven.
Deze uitspraak is gedaan door R.E. Bakker, in tegenwoordigheid van R.L. Rijnen als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 27 december 2018.
(get.) R.E. Bakker
(get.) R.L. Rijnen
IvR