ECLI:NL:CRVB:2018:4010
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- F. Hoogendijk
- M. ter Brugge
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens ontbreken procesbelang na overlijden appellanten
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 december 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De zaak betreft de intrekking van de AIO-aanvulling van appellanten door de Sociale Verzekeringsbank (Svb) en de terugvordering van gemaakte kosten. De appellanten, die beiden in leven laatstelijk gewoond hebben te [woonplaats], hebben hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank die hun beroep ongegrond verklaarde. Tijdens de procedure zijn beide appellanten overleden, respectievelijk op 15 oktober 2017 en 1 september 2018. De advocaat van de appellanten, mr. R. Küçükünal, heeft de Raad geïnformeerd dat de rechtverkrijgenden de procedure niet wensen voort te zetten. Hierdoor is het processuele belang van het hoger beroep komen te vervallen. De Raad heeft geconcludeerd dat het hoger beroep niet-ontvankelijk moet worden verklaard, omdat er geen procesbelang meer is. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, met F. Hoogendijk als voorzitter en M. ter Brugge en J.T.H. Zimmerman als leden, in aanwezigheid van griffier C.A.E. Bon. De beslissing is openbaar uitgesproken op dezelfde datum als de uitspraak.