ECLI:NL:CRVB:2018:3941
Centrale Raad van Beroep
- Eerste en enige aanleg
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van de afwijzing van de aanvraag op grond van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945
Op 15 november 2018 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 17/7614 WUBO-PV. De zaak betreft een verzoek om herziening van een eerdere afwijzing van een aanvraag op grond van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945 (Wubo). De appellant had eerder, op 18 november 1999, een afwijzing ontvangen van zijn aanvraag, omdat niet was komen vast te staan dat hij betrokken was bij ongeregeldheden in de zin van de Wubo. Tegen deze afwijzing zijn geen rechtsmiddelen aangewend. In de jaren daarna heeft de appellant meerdere keren verzocht om herziening van deze afwijzing, maar deze verzoeken zijn steeds afgewezen.
In maart 2017 heeft de appellant opnieuw verzocht om herziening, maar ook dit verzoek werd afgewezen door de Pensioen- en Uitkeringsraad. Het bezwaar dat de appellant hiertegen indiende, werd ongegrond verklaard. De Raad heeft vastgesteld dat de appellant in zijn herzieningsverzoek en het bezwaar tegen de afwijzing in wezen dezelfde argumenten heeft herhaald die hij eerder had aangevoerd. De aanvullende verklaringen die de appellant heeft overgelegd, bieden weliswaar een uitgebreidere weergave van de oorlogsgebeurtenissen, maar bevestigen niet dat hij persoonlijk betrokken is geweest bij de vereiste ongeregeldheden.
De Raad heeft geconcludeerd dat de appellant niet voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij tijdens zijn verblijf in het MVO-kamp van het 10e Bataljon direct betrokken is geweest bij beschietingen. De eerdere uitspraak van de Raad, waarin werd gesteld dat een vergelijking met een andere zaak niet aan de orde is, blijft van toepassing. De Raad heeft daarom het bestreden besluit in stand gelaten en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is openbaar gedaan op 15 november 2018.