Uitspraak
16.6568 PW, 17/7230 PW
OVERWEGINGEN
4.9. Uit 4.3 tot en met 4.8 volgt dat het hoger beroep tegen aangevallen uitspraak 1 niet slaagt, zodat deze uitspraak moet worden bevestigd.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan op de hoger beroepen van appellante tegen de uitspraken van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. Appellante ontving sinds 1983 bijstand, maar er ontstond twijfel over haar woonadres na een anonieme melding dat zij bij haar ouders woonde. Na een onderzoek door de gemeente Tilburg, inclusief een huisbezoek, werd de bijstand van appellante met terugwerkende kracht ingetrokken en werd een bedrag van € 118.228,97 teruggevorderd. De rechtbank verklaarde het beroep van appellante tegen de besluiten van het college ongegrond. In hoger beroep heeft appellante betoogd dat er geen redelijke grond was voor het huisbezoek en dat er geen informed consent was gegeven. De Raad oordeelde dat er wel degelijk een redelijke grond was voor het huisbezoek, gezien de anonieme melding en de verklaringen van appellante zelf. Ook werd vastgesteld dat aan de eisen van informed consent was voldaan. De Raad bevestigde de eerdere uitspraken van de rechtbank en wees het verzoek om schadevergoeding af. De Raad concludeerde dat appellante niet op het uitkeringsadres woonde en dat de intrekking van de bijstand gerechtvaardigd was.