Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 6 december 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Noord-Nederland. De appellante, een lerares, was ontslagen op grond van 'andere redenen van gewichtige aard'. De Raad oordeelde dat appellante niet aannemelijk had gemaakt dat er sprake was van een jarenlang patroon van pesten en een onveilige werksituatie. De Raad constateerde dat er meningsverschillen waren tussen appellante en het bestuur over de duiding van verschillende incidenten, en dat deze meningsverschillen waren verergerd door de beschuldigende houding van appellante. De Raad oordeelde dat het bestuur een de-escalerende opstelling had gekozen, terwijl de escalatie in de verhoudingen voornamelijk door appellante was veroorzaakt. De rechtbank had eerder het beroep van appellante ongegrond verklaard en haar verzoek om schadevergoeding afgewezen. De Raad bevestigde deze uitspraak en wees het verzoek om schadevergoeding af, omdat er geen grond was voor een aanvullende vergoeding. De Raad concludeerde dat het bestuur bevoegd was om appellante te ontslaan en dat de ontstane impasse in overwegende mate aan appellante te wijten was.