Uitspraak
16.7047 WIA
7 oktober 2016, 15/3683 (aangevallen uitspraak) en uitspraak op het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade
OVERWEGINGEN
25 april 2012 is appellant met ingang van 4 juni 2012 in aanmerking gebracht voor een WGA-loonaanvullingsuitkering, waarbij de mate van arbeidsongeschiktheid ongewijzigd is vastgesteld op 100%.
9 juli 2015. Deze heeft wat betreft de duurzaamheid van de arbeidsongeschiktheid van appellant geconcludeerd dat, aangezien appellant door de huisarts is doorverwezen naar een multidisciplinair revalidatietraject, de verwachting is dat de medische situatie van appellant, en daarmee diens functionele mogelijkheden, op lange termijn wezenlijk zullen verbeteren. De verzekeringsarts doelt hierbij op een brief van de huisarts van 23 juni 2015 waarin deze laat weten dat hij appellant vanwege zijn schouder-, rug- en knieklachten, de week daarvoor heeft verwezen naar Micare, een multidisciplinair revalidatiecentrum. Het bestreden besluit berust vervolgens op een rapport van een verzekeringsarts bezwaar en beroep van
11 november 2015. Deze arts heeft overwogen te hebben begrepen dat het revalidatietraject bij Micare geen doorgang heeft gevonden vanwege verergering van de lage rugklachten. Des te meer reden bestaat er dan om dit revalidatietraject zo snel mogelijk te starten, aldus de verzekeringsarts bezwaar en beroep, die verder heeft overwogen dat uit de aanwezige medische rapporten niet is gebleken van objectiveerbare rugafwijkingen waarmee een duurzaam onvermogen mag worden verondersteld.
17 juli 2015, respectievelijk aan het bestreden besluit ten grondslag hebben gelegen. In beroep bij de rechtbank is door het Uwv geen nadere reactie van een verzekeringsarts bezwaar en beroep overgelegd. In het desgevraagd in hoger beroep overgelegde rapport van een verzekeringsarts bezwaar en beroep van 31 augustus 2018 ontbreekt evenzeer een nadere motivering op dit punt. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft zich in dat rapport beperkt tot de conclusie dat gezien de gegevens van de huisarts, terecht is aangenomen dat er door deelname aan een multidisciplinair revalidatietraject verbetering van de belastbaarheid zou plaatsvinden. De verbetering zou volgens deze verzekeringsarts zelfs op korte termijn aan de orde kunnen zijn, nu multidisciplinaire revalidatieprogramma’s meestal enkele maanden duren. Over de situatie van appellant is daarmee niets gezegd. Een onderbouwing als bedoeld in de onder 4.4 genoemde rechtspraak ontbreekt, kortom, in alle fases van de procedure.
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart het beroep gegrond en vernietigt het bestreden besluit van 17 november 2015;
- draagt het Uwv op een nieuwe beslissing op het bezwaar van appellant te nemen met inachtneming van wat in deze uitspraak is overwogen;
- bepaalt dat beroep tegen de door het Uwv te nemen nieuwe beslissing op bezwaar slechts bij de Raad kan worden ingesteld;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af;
- bepaalt dat het Uwv appellant het door hem in beroep en in hoger beroep betaalde griffierecht ten bedrage van in totaal €169,- vergoedt;
- veroordeelt het Uwv in de proceskosten van appellant, tot een bedrag van in totaal