Uitspraak
17.8296 BBZ
M.H.H. Ligtenberg.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Tilburg, waarbij een eerder besluit tot terugvordering van bijstandsverlening is gehandhaafd. Appellant had op 22 december 2016 een renteloze lening van € 15.111,62 ontvangen op basis van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004. Het college heeft deze lening teruggevorderd, omdat appellant het bezwaar tegen dit besluit te laat had ingediend. Appellant stelde dat hij het besluit niet tijdig had ontvangen, maar het college kon niet aantonen dat het besluit op de juiste wijze was verzonden. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de termijn voor het indienen van bezwaar pas begon te lopen op het moment dat appellant een aangetekende kopie van het besluit ontving op 22 februari 2017. Hierdoor was het bezwaar tijdig ingediend. De Raad vernietigde het eerdere besluit van het college en droeg het college op om opnieuw op het bezwaar van appellant te beslissen, met inachtneming van deze uitspraak. Tevens werd bepaald dat tegen de nieuwe beslissing op bezwaar slechts bij de Raad beroep kan worden ingesteld.