ECLI:NL:CRVB:2018:3669
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het recht op ziekengeld na een ziekmelding en de rol van verzekeringsgeneeskundig onderzoek
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 november 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep over de rechtmatigheid van de afwijzing van ziekengeld aan appellant door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Appellant, die zich op 17 september 2014 ziek meldde met beenklachten, had eerder ziekengeld ontvangen op basis van de Ziektewet (ZW). Het Uwv concludeerde echter dat appellant per 17 oktober 2015 niet langer recht had op ziekengeld, omdat hij in staat werd geacht om meer dan 65% van zijn maatmaninkomen te verdienen. Appellant was het hier niet mee eens en stelde dat zijn psychische en fysieke klachten onvoldoende waren meegenomen in de beoordeling van zijn belastbaarheid.
De Raad heeft vastgesteld dat het verzekeringsgeneeskundig onderzoek dat aan de bestreden besluiten ten grondslag ligt, voldoende zorgvuldig is geweest. De verzekeringsartsen hebben appellant onderzocht en zijn klachten in hun beoordeling betrokken. De Raad concludeert dat de beperkingen die in de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) zijn opgenomen, adequaat zijn en dat er geen aanleiding is voor het aannemen van extra beperkingen. De rechtbank heeft de beroepen van appellant tegen de besluiten van het Uwv ongegrond verklaard, en de Centrale Raad van Beroep bevestigt deze uitspraak. De Raad oordeelt dat het Uwv voldoende heeft gemotiveerd dat de belastbaarheid van appellant niet wordt overschreden in de aan de bestreden besluiten ten grondslag gelegde functies.
De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldig verzekeringsgeneeskundig onderzoek en de rol van objectieve medische gegevens in de beoordeling van het recht op ziekengeld. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een nader onderzoek door een deskundige, omdat er geen twijfel bestond aan het medisch oordeel van het Uwv. De beslissing van de Centrale Raad van Beroep bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant.