ECLI:NL:CRVB:2018:3600
Centrale Raad van Beroep
- Schadevergoedingsuitspraak
- Rechtspraak.nl
Schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 1 november 2018 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland. De zaak betreft een verzoek om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in de procedure rondom de WIA-PV. De redelijke termijn is vastgesteld op vier jaar, maar in dit geval is de termijn met een jaar en vier maanden overschreden. De overschrijding is volledig toe te rekenen aan de rechterlijke fase van de procedure, wat betekent dat de Staat der Nederlanden verantwoordelijk is voor de schadevergoeding. De Centrale Raad heeft de Staat veroordeeld tot betaling van € 1.500,- aan appellante, als vergoeding voor immateriële schade. De uitspraak is openbaar gedaan en is gebaseerd op de overwegingen die tijdens de zitting zijn besproken, waarbij appellante haar verzoek om schadevergoeding heeft gehandhaafd en het hoger beroep voor het overige heeft ingetrokken. De uitspraak benadrukt het belang van de redelijke termijn in bestuursrechtelijke procedures en de verantwoordelijkheden van de Staat in gevallen van overschrijding.