Uitspraak
15.8054 WWB, 16/5642 PW
mr. Küçükünal verschenen. Het college heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. P.C.A. Buskens.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om de intrekking en terugvordering van de AIO-aanvulling van appellanten door de Sociale verzekeringsbank (Svb) vanwege het verzwegen bezit van onroerend goed in Turkije. Appellant ontving sinds januari 2011 een onvolledig ouderdomspensioen en had vanaf 1 januari 2011 een aanvullende inkomensvoorziening ouderen (AIO-aanvulling) ontvangen. De Svb stopte de AIO-aanvulling van appellante na een verblijf van meer dan vier weken in het buitenland en herberekende de AIO-aanvulling van appellant. In oktober 2013 diende appellante opnieuw een aanvraag in, waarbij zij meldde dat appellant onroerend goed in Turkije bezat. De Svb verzocht om een taxatierapport, maar appellanten konden dit niet overleggen. Na een buitendienstonderzoek in Turkije, waaruit bleek dat appellant meerdere onroerende zaken bezat, trok de Svb de AIO-aanvulling in en vorderde eerder betaalde bedragen terug. Appellanten voerden aan dat zij niet opzettelijk de inlichtingenverplichting hadden geschonden, maar de Raad oordeelde dat zij wel degelijk op de hoogte hadden moeten zijn van hun meldingsplicht. De rechtbank verklaarde de beroepen tegen de besluiten van de Svb ongegrond, en in hoger beroep bevestigde de Centrale Raad van Beroep deze uitspraken. De Raad oordeelde dat appellanten de inlichtingenverplichting hadden geschonden en dat de Svb terecht een boete had opgelegd. De beroepsgronden van appellanten werden verworpen, en de Raad bevestigde de eerdere uitspraken zonder veroordeling in proceskosten.