ECLI:NL:CRVB:2018:3412
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- K.J. Kraan
- H. Lagas
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake Toelage Onregelmatige Dienst en compensatie bij invoering nieuwe beloningshoofdstukken in de CAR
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland, waarin de rechtbank het beroep tegen een besluit van het dagelijks bestuur van de Veiligheidsregio Utrecht niet-ontvankelijk verklaarde en het beroep tegen een ander besluit ongegrond verklaarde. Appellant, die sinds 1994 in dienst is bij de gemeente Zeist en later is overgegaan naar de Veiligheidsregio Utrecht, ontving een Toelage Onregelmatige Dienst (TOD) van 17,15% van zijn brutosalaris. Met de invoering van nieuwe beloningshoofdstukken in de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR) per 1 januari 2016, werd de TOD vervangen door een piketvergoeding en compensatie in verlofuren voor oefen- en actie-uren. Appellant stelde dat deze wijziging leidde tot een inkomensachteruitgang van enkele duizenden euro's per jaar en dat hij onder de werking van de nieuwe regeling viel.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat appellant niet in aanmerking kwam voor de nieuwe regeling, omdat hij zeggenschap had over zijn werktijden en niet werkte in een dienstrooster zoals bedoeld in de CAR. De Raad concludeerde dat de TOD een totaalvergoeding was voor verschillende werkzaamheden en dat de invoering van de nieuwe regeling niet onterecht was. Ook het beroep op het gelijkheidsbeginsel werd afgewezen, omdat er geen gelijke gevallen waren aangetoond. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond.