1.5.Aan het ontslag wegens wangedrag zijn de volgende gedragingen ten grondslag gelegd:
omgang met criminelen en het zich begeven in situaties in de criminele sfeer;
het uitlenen van een motorfiets aan een crimineel die deze vervolgens gebruikt voor drugssmokkel;
het herhaaldelijk betwisten van het verhaal van politieambtenaren, het niet voldoen aan verzoeken van politieambtenaren, het hebben van onenigheid met politieambtenaren;
het liegen tegen politieambtenaren;
het betrekken van zijn werkgever in situaties wanneer hij in contact is met agenten;
het laten zien van onveilig rijgedrag;
het niet vertellen van de waarheid tegen de SIO en zijn commandant over het moment waarop hij contact heeft met zijn van criminele activiteiten verdachte vriend Z;
het niet melden in een disciplinair verhoor bij de SIO van een verhoor door de politie in verband met vriend Z.
2. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank - met bepalingen over proceskosten en
griffierecht - het beroep tegen bestreden besluit 1 gegrond verklaard voor zover appellant met terugwerkende kracht per 23 januari 2014 is geschorst, dit besluit in zoverre vernietigd, het schorsingsbesluit herroepen voor zover daaraan terugwerkende kracht is verleend, en bepaald dat de commandant in zoverre, met inachtneming van de uitspraak, een nieuw besluit op het bezwaar dient te nemen. Het beroep tegen bestreden besluit 2 is ongegrond verklaard.