Uitspraak
17 779 PW
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
BESLISSING
.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 23 oktober 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Holland. De appellant had bijstand aangevraagd op basis van de Participatiewet (PW) en was van mening dat het college van burgemeester en wethouders van Haarlem de bijstandsverlening ten onrechte met 10% had verlaagd. De verlaging was gebaseerd op het feit dat appellant geen eigen woning had en lagere woonkosten zou hebben dan een bijstandsgerechtigde die wel een woning bewoont. De rechtbank had het beroep van appellant ongegrond verklaard, waarop hij in hoger beroep ging.
De Raad heeft vastgesteld dat appellant in de te beoordelen periode, van 20 augustus 2015 tot en met 11 september 2015, geen woning aanhield en als dakloos moest worden aangemerkt. Het college had de bijstand verlaagd op basis van de Beleidsregels van de gemeente Haarlem, die bepalen dat daklozen een verlaging van 10% van de gehuwdennorm kunnen krijgen. De Raad oordeelde dat het college op goede gronden had gehandeld en dat de verlaging van de bijstand niet in strijd was met de PW of de toelichting op artikel 27 van de Wet werk en bijstand (WWB).
De Raad concludeerde dat appellant niet had aangetoond dat er bijzondere omstandigheden waren die een hogere bijstandsverlening rechtvaardigden. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen veroordeling in de proceskosten uitgesproken.