ECLI:NL:CRVB:2018:3358
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verzoek om herziening van besluit inzake WAO-uitkering afgewezen
In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam, waarin zijn verzoek om terug te komen van een eerder besluit van 25 februari 1998 werd afgewezen. Appellant had zich op 20 september 1995 ziek gemeld en ontving een uitkering op grond van de Ziektewet. Deze uitkering werd beëindigd omdat hij per 23 oktober 1995 weer arbeidsgeschikt werd geacht. Appellant heeft sindsdien meerdere keren verzocht om terug te komen van dit besluit, maar het Uwv heeft deze verzoeken afgewezen, omdat er geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden waren.
De rechtbank heeft in haar uitspraak geoordeeld dat de verklaring van dr. A. el Hamdouchi, waarin staat dat appellant sinds 1993 chronische en psychische klachten heeft, geen nieuw feit oplevert. De rechtbank concludeerde dat appellant niet gedurende 52 weken een ZW-uitkering heeft ontvangen, waardoor hij niet in aanmerking komt voor een WAO-uitkering. In hoger beroep heeft appellant aangevoerd dat hij in Nederland heeft gewerkt en ziek is geworden, maar het Uwv heeft bevestigd dat er geen aanleiding is om de eerdere beslissing te herzien.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat het Uwv terecht heeft gesteld dat er geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden zijn. De Raad heeft de overwegingen van de rechtbank gevolgd en het hoger beroep van appellant afgewezen. De uitspraak van de rechtbank Amsterdam is bevestigd, en appellant heeft geen bewijs geleverd dat zijn verzoek om herziening gerechtvaardigd is.