ECLI:NL:CRVB:2018:3243
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van persoonsgebonden budget voor huishoudelijke ondersteuning en de zorgvuldigheid van het onderzoek door het college
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 10 oktober 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beslissing van de rechtbank Noord-Nederland. Appellante, die lijdt aan energetische beperkingen, had eerder een persoonsgebonden budget (pgb) ontvangen voor huishoudelijke ondersteuning. Het college van burgemeester en wethouders van Tynaarlo had echter besloten deze ondersteuning te beëindigen, omdat het college van mening was dat de echtgenoot van appellante de benodigde hulp kon bieden als gebruikelijke hulp. Appellante was het hier niet mee eens en stelde dat het college onvoldoende onderzoek had gedaan naar haar specifieke situatie en de noodzaak van de ondersteuning.
De Raad oordeelde dat het college niet zorgvuldig had gehandeld. De verslagen van de keukentafelgesprekken gaven geen duidelijkheid over de aard en omvang van de noodzakelijke hulp. Bovendien had het college geen beleid ontwikkeld omtrent gebruikelijke hulp en had het de specifieke omstandigheden van appellante niet in overweging genomen. De Raad vernietigde het besluit van het college en droeg hen op om een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen, waarbij rekening gehouden moet worden met de bevindingen in deze uitspraak. Tevens werd het college veroordeeld in de proceskosten van appellante, die in totaal € 2.004,- bedroegen, en moest het college het griffierecht van € 170,- vergoeden.