Uitspraak
17.6471 AWBZ
15 augustus 2017, 17/728 (aangevallen uitspraak)
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 oktober 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. Het geschil betreft de vaststelling van een persoonsgebonden budget (pgb) voor de betrokkene, verleend door Zilveren Kruis Zorgkantoor N.V. voor het jaar 2014. Het zorgkantoor had het pgb vastgesteld op € 60.388,85, waarbij een bedrag van € 14.593,40 werd teruggevorderd. De betrokkene, vertegenwoordigd door zijn bewindvoerder, heeft bezwaar gemaakt tegen deze terugvordering, maar het zorgkantoor verklaarde het bezwaar ongegrond.
De rechtbank oordeelde dat het zorgkantoor niet in redelijkheid gebruik had gemaakt van zijn bevoegdheid tot lagere vaststelling van het pgb en tot terugvordering. Het zorgkantoor ging in hoger beroep. De Centrale Raad van Beroep heeft de feiten en omstandigheden van de zaak opnieuw beoordeeld. De Raad concludeerde dat de verantwoording van de besteding van het pgb de eigen verantwoordelijkheid van de verzekerde is, ook al werd het beheer door een bewindvoerder uitgevoerd. De Raad oordeelde dat het zorgkantoor bevoegd was om het pgb lager vast te stellen en het teruggevorderde bedrag te eisen, omdat de betrokkene niet had voldaan aan de verplichtingen van de Regeling subsidies AWBZ.
De Raad vernietigde de eerdere uitspraak van de rechtbank voor zover deze was aangevochten en verklaarde het beroep van de betrokkene tegen het bestreden besluit ongegrond. De Raad benadrukte dat de gebrekkige verantwoording van het pgb voor rekening en risico van de betrokkene komt, en dat er geen omstandigheden waren die het zorgkantoor redelijkerwijs hadden kunnen beletten om tot terugvordering over te gaan.