ECLI:NL:CRVB:2018:319
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand voor kosten eerste huur en waarborgsom zonder bijzondere omstandigheden
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 30 januari 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De appellant, die vanaf 14 april 2013 bijstand ontving, had een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand voor de kosten van de eerste huur en de waarborgsom van een studio. Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam heeft deze aanvraag afgewezen, omdat er geen sprake zou zijn van noodzakelijke bestaanskosten die voortvloeien uit bijzondere omstandigheden. De rechtbank heeft het beroep van de appellant tegen deze afwijzing ongegrond verklaard.
De Raad heeft vastgesteld dat de appellant in de periode van bijstandsverlening had kunnen reserveren voor de kosten van de verhuizing. De appellant voerde aan dat zijn psychische gesteldheid hem belemmerde om te reserveren en dat hij als gevolg van schulden niet in staat was om de kosten te dekken. De Raad oordeelde echter dat er geen bijzondere omstandigheden waren die de afwijzing van de aanvraag konden rechtvaardigen. De appellant had vanaf 2013 kunnen voorzien dat hij op enig moment zou moeten verhuizen en had voldoende financiële ruimte om te reserveren voor de kosten van de verhuizing.
De Raad concludeert dat het college de aanvraag om bijzondere bijstand op goede gronden heeft afgewezen en bevestigt de uitspraak van de rechtbank. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.