Uitspraak
4 januari 2018, 16/5759 (aangevallen uitspraak)
OVERWEGINGEN
28 juli 2015 heeft het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) aan betrokkene met ingang van 21 augustus 2015 een zogeheten IVA-uitkering toegekend vanwege volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid. Voorts is in dit besluit geoordeeld dat de re-integratie-inspanningen van het dagelijks bestuur voldoende zijn en dat de zogeheten wachttijd - de periode dat voor de werkgever een verplichting bestaat om bezoldiging door te betalen - twee jaar (104 weken) bedraagt en duurt tot en met 20 augustus 2015. Tegen dit besluit heeft betrokkene geen rechtsmiddelen aangewend.
re-integratie van betrokkene, waaronder het vinden van passend werk voor haar. Dat het Uwv tot een andere conclusie is gekomen en dat betrokkene heeft berust in het besluit van 28 juli 2015, bindt de rechtbank niet en neemt ook niet weg dat betrokkene de vrijheid heeft in deze procedure te betogen dat haar ontslag onrechtmatig is.
IVA-uitkering ontving. Voorts staat vast dat het Uwv de re-integratie-inspanningen van het dagelijks bestuur als voldoende heeft beoordeeld. Hieruit volgt dat aan de voorwaarden voor toepassing van artikel 8:4 van de CAR/UWO is voldaan.