ECLI:NL:CRVB:2018:3162
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- W.H. Bel
- A. Stehouwer
- P.W. van Straalen
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake uitbetaling bijzondere bijstand op rekening appellant
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel, die op 4 november 2016 een eerdere beslissing van het college van burgemeester en wethouders van Hardenberg heeft vernietigd. Appellant had bijzondere bijstand aangevraagd voor de kosten van rechtsbijstand, maar het college had deze aanvraag aanvankelijk afgewezen. Na bezwaar heeft het college de aanvraag alsnog goedgekeurd, maar de uitbetaling vond plaats op de bankrekening van appellant, in plaats van op de rekening van zijn gemachtigde, zoals appellant had verzocht. Appellant stelde dat de betaling niet ter beschikking was gekomen omdat deze was verrekend met een debetstand op zijn rekening. Het college stelde echter dat de betaling correct was uitgevoerd en dat appellant geen recht had op een dwangsom omdat het college tijdig had beslist op zijn bezwaarschrift. De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het college bevrijdend had betaald. De Raad oordeelde dat appellant niet had aangetoond dat hij de betaling niet had kunnen weigeren en dat de roodstand op zijn rekening geen invloed had op de rechtmatigheid van de betaling. Het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen, evenals de proceskostenveroordeling.