ECLI:NL:CRVB:2018:3135
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Ontslag wegens ziekte en re-integratie-inspanningen van de gemeente Goes
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen de beslissing van het college van burgemeester en wethouders van Goes, waarbij haar ontslag wegens ziekte werd bevestigd. Appellante was sinds 24 juni 2013 ziek en had een WIA-uitkering aangevraagd, die haar werd geweigerd op basis van een arbeidsongeschiktheid van minder dan 35%. Het college verleende haar op 23 mei 2016 ontslag wegens ongeschiktheid voor haar functie. Appellante stelde dat het college onvoldoende inspanningen had geleverd om haar te herplaatsen in passende functies en dat zij niet eerlijk was behandeld bij sollicitaties. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat appellante zich over haar bezwaren heen had moeten zetten en het aangeboden werk had moeten proberen uit te voeren. De Raad bevestigde dat het college zich aan zijn inspanningsverplichting had gehouden en dat het opleidingsniveau van appellante terecht op mbo-3 was vastgesteld. De rechtbank had de gronden van appellante in eerdere procedures voldoende behandeld en verworpen. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond.