Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
M.A.A. Traousis als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 31 januari 2018 uitspraak gedaan op een verzoek om herziening van een eerdere uitspraak van de Raad van 4 november 2016. Verzoeker, die in Marokko woont, had meerdere keren een uitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) aangevraagd, maar deze aanvragen zijn door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) buiten behandeling gesteld. De Raad had eerder geoordeeld dat het Uwv niet over voldoende gegevens beschikte om de aanvragen te beoordelen.
De echtgenote van verzoeker heeft op 22 november 2016 verzocht om herziening van de uitspraak, met het argument dat het gezin zich in een slechte financiële situatie bevindt. Tijdens de zitting op 20 december 2017 was verzoeker niet aanwezig, maar het Uwv werd vertegenwoordigd door F.M.J. Eijmael. De Raad heeft in zijn overwegingen benadrukt dat herziening van een onherroepelijke uitspraak alleen mogelijk is op basis van nieuwe feiten of omstandigheden die vóór de uitspraak plaatsvonden en die niet eerder bekend waren.
De Raad concludeert dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn gepresenteerd die aan de voorwaarden voor herziening voldoen. De stelling van de echtgenote dat het gezin in financiële problemen verkeert, wordt niet als een nieuw feit beschouwd. De Raad wijst het verzoek om herziening af en oordeelt dat er geen aanleiding is voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is gedaan door A.T. de Kwaasteniet, met M.A.A. Traousis als griffier, en is openbaar uitgesproken op 31 januari 2018.