Uitspraak
OVERWEGINGEN
22 maart 2011, in bezwaar gehandhaafd bij besluit op bezwaar van 5 juli 2011, onder toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) buiten behandeling gesteld, omdat het Uwv niet over voldoende gegevens en bescheiden beschikte om tot behandeling en beoordeling van de aanvraag van appellant over te gaan.
24 april 2014 ontvangen ongedateerde brief en een brief van 15 mei 2014 opnieuw verzocht hem een WAO-uitkering toe te kennen. Het Uwv heeft appellant bij besluit van 30 juni 2014 bericht niet terug te komen van zijn besluit van 22 maart 2011.
30 juni 2014 niet juist is en dat het besluit van 30 juni 2014 had moeten luiden dat de aanvraag van appellant niet in behandeling wordt genomen in verband met het ontbreken van noodzakelijke gegevens. Omdat appellant daarbij de gelegenheid had moeten worden geboden om zijn aanvraag aan te vullen, heeft het Uwv appellant bij brief van 17 oktober 2014 alsnog een termijn van vier weken gegeven om de gegevens te verstrekken die noodzakelijk zijn voor de beoordeling van zijn aanvraag, zoals gegevens over zijn arbeidsverleden in Nederland, de eerste arbeidsongeschiktheidsdag, ziekmelding en medische stukken over zijn eerste ziektedag. Appellant is er daarbij op gewezen dat het Uwv zijn bezwaar, gericht tegen het niet in behandeling nemen van de aanvraag, ongegrond zal verklaren indien de gevraagde gegevens niet binnen de termijn van vier weken zijn ontvangen.
BESLISSING
4 november 2016.